Het vernietigen van de vergunning gebeurde effectief op de zitting van de Raad van 24 april 2014. De Raad vernietigde de milieuvergunning van PIDPA wegens schending van de habitatrichtlijn en het Natuurdecreet.
Een stevige overwinning voor VALK dus, en een blaam voor minister Schauvlieghe. Het getuigt niet van goed bestuur een vernietigde vergunning gewoon maar weer opnieuw te verlenen.
Positief is ook de evolutie in termijnen waarbinnen de Raad van State haar dossiers behandelt. De proceduretijd van de VALK-klachten voor de Raad van State voor de inplanting van het Sun-Parks vakantiedorp in Mols natuurgebied duurde meer dan tien jaar. De eerste procedure van VALK voor de Pidpa-waterwinning in Balen nam 3,5 jaar in beslag voor de vergunning werd vernietigd. De behandeling van deze laatste klacht werd in ons voordeel afgehandeld na iets meer dan twee jaar.
Wat zegt de Raad van State?
De Raad van State heeft onze argumenten en de negatieve adviezen van INBO, VMM, ANB en de Milieuvergunningscommissie grondig bekeken.
De Raad stelt dat de Vlaamse natuurbeschermingswetgeving (Natuurdecreet, art 36 ter; dat is het wetsartikel waarin de Europese richtlijnen over habitats en vogelrichtlijngebieden zijn opgenomen) bepaalt dat een aangevraagde vergunning niet toegekend kan worden als de uitvoering ervan een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de Europese beschermingszone kan veroorzaken.
Volgens de Raad vertonen de argumenten van PIDPA (die door zowel ANB, INBO, VMM en de Milieuvergunningscommissie fel werden aangevochten) dat er geen verdroging en geen negatieve effecten zijn een te grote mate van onzekerheid. De Raad verwijst o.a. naar de adviezen van ANB, INBO en VMM waar deze overheidsinstellingen een analyse maakten van de grondwaterstanden in 2011, het jaar dat PIDPA geen grondwater kon winnen omdat hun vergunning was vernietigd, en de jaren ervoor. Er was een hogere grondwaterstand en meer kwel in 2011 dan tijdens de jaren met grondwaterwinning.
De Raad haalt nog een ander argument aan, en dat pleit ook niet erg voor de objectiviteit van milieuminister Schauvlieghe.
Het eindadvies van de gewestelijke milieuvergunningscommissie was negatief. Maar de minister gaf PIDPA nog een extra keer de mogelijkheid om tegenargumenten aan te brengen. Die tegenargumenten vormden een basis voor de minister om toch te vergunnen, ondanks de negatieve adviezen.
De Raad zegt dat het niet kan dat PIDPA, nadat de wettelijk voorgeschreven adviezen zijn uitgebracht, nog een extra ronde krijgt voor tegenargumenten. Deze tegenargumenten werden niet opnieuw aan de gewestelijke milieuvergunningscommissie voorgelegd. De milieuvergunningscommissie kon dus de nieuwe argumenten van PIDPA niet op haar juistheid controleren.
Een stevige overwinning voor VALK dus, en een blaam voor minister Schauvlieghe. Het getuigt niet van goed bestuur een vernietigde vergunning gewoon maar weer opnieuw te verlenen.
Positief is ook de evolutie in termijnen waarbinnen de Raad van State haar dossiers behandelt. De proceduretijd van de VALK-klachten voor de Raad van State voor de inplanting van het Sun-Parks vakantiedorp in Mols natuurgebied duurde meer dan tien jaar. De eerste procedure van VALK voor de Pidpa-waterwinning in Balen nam 3,5 jaar in beslag voor de vergunning werd vernietigd. De behandeling van deze laatste klacht werd in ons voordeel afgehandeld na iets meer dan twee jaar.
Wat zegt de Raad van State?
De Raad van State heeft onze argumenten en de negatieve adviezen van INBO, VMM, ANB en de Milieuvergunningscommissie grondig bekeken.
De Raad stelt dat de Vlaamse natuurbeschermingswetgeving (Natuurdecreet, art 36 ter; dat is het wetsartikel waarin de Europese richtlijnen over habitats en vogelrichtlijngebieden zijn opgenomen) bepaalt dat een aangevraagde vergunning niet toegekend kan worden als de uitvoering ervan een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de Europese beschermingszone kan veroorzaken.
Volgens de Raad vertonen de argumenten van PIDPA (die door zowel ANB, INBO, VMM en de Milieuvergunningscommissie fel werden aangevochten) dat er geen verdroging en geen negatieve effecten zijn een te grote mate van onzekerheid. De Raad verwijst o.a. naar de adviezen van ANB, INBO en VMM waar deze overheidsinstellingen een analyse maakten van de grondwaterstanden in 2011, het jaar dat PIDPA geen grondwater kon winnen omdat hun vergunning was vernietigd, en de jaren ervoor. Er was een hogere grondwaterstand en meer kwel in 2011 dan tijdens de jaren met grondwaterwinning.
De Raad haalt nog een ander argument aan, en dat pleit ook niet erg voor de objectiviteit van milieuminister Schauvlieghe.
Het eindadvies van de gewestelijke milieuvergunningscommissie was negatief. Maar de minister gaf PIDPA nog een extra keer de mogelijkheid om tegenargumenten aan te brengen. Die tegenargumenten vormden een basis voor de minister om toch te vergunnen, ondanks de negatieve adviezen.
De Raad zegt dat het niet kan dat PIDPA, nadat de wettelijk voorgeschreven adviezen zijn uitgebracht, nog een extra ronde krijgt voor tegenargumenten. Deze tegenargumenten werden niet opnieuw aan de gewestelijke milieuvergunningscommissie voorgelegd. De milieuvergunningscommissie kon dus de nieuwe argumenten van PIDPA niet op haar juistheid controleren.