Round Up
Round Up is een krachtige totaalherbicide, op basis van glyfosaat, die ontwikkeld werd door het Amerikaans bedrijf Monsanto. Het werd in 2017 overgenomen door het Duitse Bayer. De herbicide wordt op een enorm grote schaal gebruikt in de landbouw en door particulieren. In een aantal landen of regio’s, zoals Vlaanderen, werd het gebruik door particulieren verboden door de overheid. De Vlaamse overheid heeft voor zichzelf ook een glyfosaat-verbod opgelegd.
Er is al jarenlang een discussie aan de gang tussen wetenschappers of de totaalherbicide Round Up kankerverwekkend is of niet. Rapporten spreken elkaar tegen, maar meer en meer wordt duidelijk dat het bedrijf Monsanto wetenschappers wist te manipuleren om rapporten bij te sturen of twijfel te zaaien. Daarover werd in vorige jaren al bericht in dit tijdschrift. Het bedrijf (zowel Monsanto als Bayer) heeft ook een heel sterke lobbyapparaat achter zich, dat met veel succes o.a. Europese beperkingen op het gebruik wist tegen te houden. Recent kwamen daarover nieuwe gegevens binnen.
Er is al jarenlang een discussie aan de gang tussen wetenschappers of de totaalherbicide Round Up kankerverwekkend is of niet. Rapporten spreken elkaar tegen, maar meer en meer wordt duidelijk dat het bedrijf Monsanto wetenschappers wist te manipuleren om rapporten bij te sturen of twijfel te zaaien. Daarover werd in vorige jaren al bericht in dit tijdschrift. Het bedrijf (zowel Monsanto als Bayer) heeft ook een heel sterke lobbyapparaat achter zich, dat met veel succes o.a. Europese beperkingen op het gebruik wist tegen te houden. Recent kwamen daarover nieuwe gegevens binnen.
Positief advies over Glyfosaat onder druk industrie
In 2015 oordeelde het kankeragentschap van de wereldgezondheids- organisatie WHO dat de pesticide glyfosaat mogelijk kankerverwekkend is. Maar het Europees voedselagentschap EFSA zei net dat glyfosaat niet kankerverwekkend is. Hoe kon dat?
Het Duitse voedselagentschap BfR leverde het voorbereidende werk voor de risicobeoordeling van het EFSA. Nu blijkt dat BfR meer dan de helft van de teksten van haar advies gekopieerd heeft uit een studie van de Glyphosate Taske Force (GTF), een consortium van 23 bedrijven die glyfosaat produceren.
De plagiaatexpert Stefan Weber van de universiteit van Salzburg maakte deze analyse. In de hoofdstukken over de beoordeling van studies door wetenschappers van universiteiten of overheden bleek 50,1 procent geplagieerd. Het gaat om hele pagina’s lopende tekst van het Glyfosat-consortium die zonder enige bronvermelding letterlijk zijn overgenomen.Daarnaast bestempelden de plagiaatexperts van Salzburg nog eens 22,7 procent van de teksten van BfR als knip-en plakwerk: ook letterlijk overgenomen, maar dan wel met bronvermelding. De onderzoekers concluderen dat de risicobeoordeling van BfR niet objectief was en dat de conclusies van het BfR het advies van het Europese voedselagentschap beinvloed heeft.
Monsanto legde in Europa zwarte lijsten aan
In opdracht van Monsanto legde pr-bureau Fleishman-Hillard lijsten aan van wetenschappers, politici en journalisten die een rol speelden in het debat over de schadelijkheid van glyfosaat.De lijsten bevatten naast contactgegevens en allerlei details zoals hobby’s ook de vermelding of deze personen ‘bondgenoten’ zijn, of ze ‘onderwezen’ of ‘gemonitord’ moeten worden. Er werden lijsten aangelegd voor o.a. Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. En lijsten van mensen verbonden aan de Europese Unie. Er wordt vermoedt dat alle lijsten nog niet ontdekt zijn.
Voor Frankrijk bijvoorbeeld staat de naam van de destijds Franse minister van milieu Ségoline Royal op de lijst. Als milieuminister was ze een resolute voorstander van een verbod op het product. Achter haar naam op de lijst staat dat ze ‘geïsoleerd moet worden’. De Franse wet verbiedt het opstellen van databanken met politieke overtuigingen van mensen als ze daarvoor geen toestemming gaven. De Franse publieke onderzoeksinstellingen Inra en CNRS kondigden aan dat ze een klacht gingen indienen omdat hun medewerkers op de lijsten staan.
Ook het Belgisch parlementslid van Ecolo Philippe Lamberts die op een lijst staat dient een klacht in. Bayer heeft inmiddels het pr-bureau van alle diensten ontslagen.
In 2015 oordeelde het kankeragentschap van de wereldgezondheids- organisatie WHO dat de pesticide glyfosaat mogelijk kankerverwekkend is. Maar het Europees voedselagentschap EFSA zei net dat glyfosaat niet kankerverwekkend is. Hoe kon dat?
Het Duitse voedselagentschap BfR leverde het voorbereidende werk voor de risicobeoordeling van het EFSA. Nu blijkt dat BfR meer dan de helft van de teksten van haar advies gekopieerd heeft uit een studie van de Glyphosate Taske Force (GTF), een consortium van 23 bedrijven die glyfosaat produceren.
De plagiaatexpert Stefan Weber van de universiteit van Salzburg maakte deze analyse. In de hoofdstukken over de beoordeling van studies door wetenschappers van universiteiten of overheden bleek 50,1 procent geplagieerd. Het gaat om hele pagina’s lopende tekst van het Glyfosat-consortium die zonder enige bronvermelding letterlijk zijn overgenomen.Daarnaast bestempelden de plagiaatexperts van Salzburg nog eens 22,7 procent van de teksten van BfR als knip-en plakwerk: ook letterlijk overgenomen, maar dan wel met bronvermelding. De onderzoekers concluderen dat de risicobeoordeling van BfR niet objectief was en dat de conclusies van het BfR het advies van het Europese voedselagentschap beinvloed heeft.
Monsanto legde in Europa zwarte lijsten aan
In opdracht van Monsanto legde pr-bureau Fleishman-Hillard lijsten aan van wetenschappers, politici en journalisten die een rol speelden in het debat over de schadelijkheid van glyfosaat.De lijsten bevatten naast contactgegevens en allerlei details zoals hobby’s ook de vermelding of deze personen ‘bondgenoten’ zijn, of ze ‘onderwezen’ of ‘gemonitord’ moeten worden. Er werden lijsten aangelegd voor o.a. Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. En lijsten van mensen verbonden aan de Europese Unie. Er wordt vermoedt dat alle lijsten nog niet ontdekt zijn.
Voor Frankrijk bijvoorbeeld staat de naam van de destijds Franse minister van milieu Ségoline Royal op de lijst. Als milieuminister was ze een resolute voorstander van een verbod op het product. Achter haar naam op de lijst staat dat ze ‘geïsoleerd moet worden’. De Franse wet verbiedt het opstellen van databanken met politieke overtuigingen van mensen als ze daarvoor geen toestemming gaven. De Franse publieke onderzoeksinstellingen Inra en CNRS kondigden aan dat ze een klacht gingen indienen omdat hun medewerkers op de lijsten staan.
Ook het Belgisch parlementslid van Ecolo Philippe Lamberts die op een lijst staat dient een klacht in. Bayer heeft inmiddels het pr-bureau van alle diensten ontslagen.
onsterboete voor Bayer (Round Up) in de USA
Begin mei dit jaar werd in Amerika voor de derde maal Bayer veroordeelt tot een boete na een geding van een echtpaar-Round-UP-gebruikers die lymfeklier kanker kregen. De boete is dit keer erg hoog: twee miljard Euro. In de USA kan een zo hoog bedrag omdat het Amerikaans rechtssysteem ook ‘afschrikkende schadevergoedingen’ kent.
De eigenaar van het herbicide, Bayer, kondigde aan in beroep te gaan. Of Bayer nu nog zo gelukkig is met de aankoop van Round-Up is niet meer zo zeker. Er wachten nog dertienduizend klachten op behandeling. Veel aandeelhouders vinden dat het Duitse bedrijf een slechte zaak deed toen het 66 miljard dollar neertelde voor het Amerikaanse technologiebedrijf. De aandelen van Bayer daalden na de deal met Monsanto al met 30 miljard euro. Na het laatste vonnis van de Amerikaanse rechtbank gingen die nog eens 1,6 miljard lager.
Reclamespotjes Round Up gebruikt in de rechtbank
Het koppel Alberta en Alva Pilliod waren fervente Round-Up gebruikers. Tot ze beiden kanker kregen. Ze hadden vaak Round-Up-reclamespotjes gezien waarin mannen in korte broek en ontblote onderarmen kwistig met het goedje rondsproeiden. Op de achtergrond zei een stem: ‘Het enige goede onkruid is dood onkruid’. Wie goed oplette, kon, slechts één seconde lang, onderaan in kleine letters de waarschuwing zien ‘volg altijd de richtlijnen op de etiketten’. Die richtlijnen vermelden o.a. dat je moest vermijden dat het product op de blote huid terechtkwam en voldoende beschermingskleding aantrekken. De acteurs in de filmpjes volgden duidelijk niet de richtlijnen. De advocaten van de twee kankerpatiënten maakten volop gebruik van de Round-Up-reclamespotjes.
Wetten tegenhouden: klusjes voor lobbyisten
Brussel is het hart van de EU, met zijn Europees parlement en de Commissiegebouwen. In de stad zijn 25.000 tot 30.000 lobbyisten actief.
Slechts een minderheid werkt voor bv vakbonden (800) of consumentengroepen (240). Het gros zijn zeer goedbetaalde specialisten in opdracht voor bedrijven. Van de geregistreede ontmoetingen met lobbyisten vond 75% van die contacten met het bedrijfsleven plaats.
Er zijn talrijke grote, professionele lobbyistenfirma’s zoals Fleishman-Hillard dat voor Monsanto werkte of MSL Brussels.
Olivier Hoedman van de organisatie Corporate European Observatory, een vereniging die het lobbywerk wil in de hand houden, zegt daarover: ‘Het probleem is dat bedrijven een onevenwichtig grote invloed hebben en zo noodzakelijke regelgeving uithollen, nog voor die wordt gemaakt’.
Grote bedrijven kunnen er een pak geld tegenaan smijten, en dat werkt. De Europese wetgeving is complex en vergt jarenlange opvolging. ‘Een jaar wetten tegenhouden kan tot 900.000 euro kosten’ zegt een insider. Voor veel politici is lobbyist worden een mooie fin de carrière. Als senior brengt het tot een half miljoen euro per jaar op.
De Europese commissie zou een beter toezicht kunnen houden op het lobbyistenwerk. Maar van beloftes in die richting werd tot nu toe nog niet veel uitgevoerd. Er zijn landen met strengere bepalingen. Zo moeten in Finland lijsten worden bijgehouden van de lobbygesprekken. Finland wordt vanaf 1 juli Europese voorzitter. Corporate European Observatory hoopt dat Finland deze regel wil doortrekken voor de hele EU.
Begin mei dit jaar werd in Amerika voor de derde maal Bayer veroordeelt tot een boete na een geding van een echtpaar-Round-UP-gebruikers die lymfeklier kanker kregen. De boete is dit keer erg hoog: twee miljard Euro. In de USA kan een zo hoog bedrag omdat het Amerikaans rechtssysteem ook ‘afschrikkende schadevergoedingen’ kent.
De eigenaar van het herbicide, Bayer, kondigde aan in beroep te gaan. Of Bayer nu nog zo gelukkig is met de aankoop van Round-Up is niet meer zo zeker. Er wachten nog dertienduizend klachten op behandeling. Veel aandeelhouders vinden dat het Duitse bedrijf een slechte zaak deed toen het 66 miljard dollar neertelde voor het Amerikaanse technologiebedrijf. De aandelen van Bayer daalden na de deal met Monsanto al met 30 miljard euro. Na het laatste vonnis van de Amerikaanse rechtbank gingen die nog eens 1,6 miljard lager.
Reclamespotjes Round Up gebruikt in de rechtbank
Het koppel Alberta en Alva Pilliod waren fervente Round-Up gebruikers. Tot ze beiden kanker kregen. Ze hadden vaak Round-Up-reclamespotjes gezien waarin mannen in korte broek en ontblote onderarmen kwistig met het goedje rondsproeiden. Op de achtergrond zei een stem: ‘Het enige goede onkruid is dood onkruid’. Wie goed oplette, kon, slechts één seconde lang, onderaan in kleine letters de waarschuwing zien ‘volg altijd de richtlijnen op de etiketten’. Die richtlijnen vermelden o.a. dat je moest vermijden dat het product op de blote huid terechtkwam en voldoende beschermingskleding aantrekken. De acteurs in de filmpjes volgden duidelijk niet de richtlijnen. De advocaten van de twee kankerpatiënten maakten volop gebruik van de Round-Up-reclamespotjes.
Wetten tegenhouden: klusjes voor lobbyisten
Brussel is het hart van de EU, met zijn Europees parlement en de Commissiegebouwen. In de stad zijn 25.000 tot 30.000 lobbyisten actief.
Slechts een minderheid werkt voor bv vakbonden (800) of consumentengroepen (240). Het gros zijn zeer goedbetaalde specialisten in opdracht voor bedrijven. Van de geregistreede ontmoetingen met lobbyisten vond 75% van die contacten met het bedrijfsleven plaats.
Er zijn talrijke grote, professionele lobbyistenfirma’s zoals Fleishman-Hillard dat voor Monsanto werkte of MSL Brussels.
Olivier Hoedman van de organisatie Corporate European Observatory, een vereniging die het lobbywerk wil in de hand houden, zegt daarover: ‘Het probleem is dat bedrijven een onevenwichtig grote invloed hebben en zo noodzakelijke regelgeving uithollen, nog voor die wordt gemaakt’.
Grote bedrijven kunnen er een pak geld tegenaan smijten, en dat werkt. De Europese wetgeving is complex en vergt jarenlange opvolging. ‘Een jaar wetten tegenhouden kan tot 900.000 euro kosten’ zegt een insider. Voor veel politici is lobbyist worden een mooie fin de carrière. Als senior brengt het tot een half miljoen euro per jaar op.
De Europese commissie zou een beter toezicht kunnen houden op het lobbyistenwerk. Maar van beloftes in die richting werd tot nu toe nog niet veel uitgevoerd. Er zijn landen met strengere bepalingen. Zo moeten in Finland lijsten worden bijgehouden van de lobbygesprekken. Finland wordt vanaf 1 juli Europese voorzitter. Corporate European Observatory hoopt dat Finland deze regel wil doortrekken voor de hele EU.
Lobbywerk industrie over hormoonverstorende stoffen in de EU
Hier volgt een mooi staaltje van lobbywerk: hoe de industrie de Europese regelgeving rond hormoonverstorende stoffen onschadelijk wist te maken.
Hormoonverstorende stoffen zitten in pesticiden, maar ook in plastic, cosmetica en voedselverpakkingen. Die stoffen ontregelen de aanmaak van hormonen, wat kan leiden tot verstoorde ontwikkeling van de hersenen of geslachtsorganen en onvruchtbaarheid en borst- en prostaatkankers kan veroorzaken. De Europese milieunormen zijn het paradepaardje van de Europese Unie. Het principe daarvan is: als een stof mogelijk kankerverwekkend is, de voortplanting kan schaden of hormoonverstorend is, krijgt de volksgezondheid voorrang op commerciële belangen. Dat klinkt geruststellend, maar de praktijk is anders. Dank zij uitgekiend lobbywerk wist de industrie de Europese Commissie genoeg te beïnvloeden om van dat principe geen last te hebben. Tien jaar geleden bepaalde de Europese Commissie dat er duidelijke criteria moesten opgesteld worden over welke pesticiden de EU-markt wel of niet binnen mochten. De opdracht werd gegeven aan het Directoraat-Generaal Milieu. De DG Milieu leverde voortreffelijk werk. Met behulp van gerenommeerde wetenschappers werden die criteria opgesteld en werd een lijst van 32 hormoonverstorende stoffen vastgesteld.
... En toen begon het lobbywerk. Een groep van bedrijven verzond een brief naar de top van de commissie over die lijst. Daarin zaten geen wetenschappelijke argumenten, maar had toch genoeg invloed. Secreatris Catharine Day van de commissie stelde voor om een economische impactstudie uit te voeren over die 32 stoffen. Dat alleen al was tegen het principe van de EU dat wanneer een stof mogelijk schadelijk kan zijn, de volksgezondheid voorrang heeft op commerciële belangen. Zowel onder commissievoorzitter Barosso als onder Junker werd gewerkt aan de impactanalyse. De Zweedse overheid ging daarmede niet akkoord, stapte naar het Europees Hof voor Justitie en kreeg gelijk. Maar toch duurde het tot april 2018 vooraleer de Comissie nieuwe criteria opstelde voor de hormoonverstorende stoffen. Helaas bleken die nieuwe criteria mee ingegeven te zijn door het lobbywerk van de chemiebedrijven.
De nieuwe criteria zijn bijzonder zwak, waardoor geen van de 32 verdachte stoffen nog van de markt geweerd gaan worden. Bij de bedrijven die het lobbywerk verzorgden zaten reuzen zoals Bayer, Syngenta en Dow, evenals de Amerikaanse en Canadese ambassades en de Amerikaanse kamer van koophandel. Het hele gedoe rond dat lobbywerk werd recent uitgebracht door de Europese milieuorganisatie PAN, of Pesticide Action Network. Die kwam tot de conclusie nadat ze 660 vertrouwelijke documenten van de Europese Commissie heeft bestudeerd. Het ging om emails en briefwisseling tussen bedrijven, de Commissie en de verschillende directoraat-generalen van de EU. Als onderwerp hadden ze voorstellen om de EU-regelgeving rond pesticiden.af te zwakken. PAN heeft een hele strijd moeten voeren om die informatie te pakkken te krtijgen. In heel de EU is er het principe van openbaarheid van bestuur. Daardoor moeten alle overheidsdocumenten inzichtbaar en opvraagbaar zijn voor de burger. Briefwisseling tussen bedrijven en de EU-overheid behoren daar ook bij.
De Europese commissie weigerde eerst het inzagerecht. Na twee jaar procederen bij het Europese Hof van Justitie kon de milieuorganisatie toch eindelijk de gevraagde informatie ontvangen en de feiten naar buiten brengen. Bart Staes, (nog eventjes) EU-parlementslid: ‘Een aantal ambtenaren bij de DG Volksgezondheid Sante, tot mensen op de hoogste politieke posten in de Commissie, hebben hun verantwoordelijkheid misbruikt om de platte commerciële belangen van de industrie te dienen.’
Voor meer informatie over openbaarheid van bestuur, zie de VALK-website www.vzwvalk.be
Klik in de balk bovenaan op ‘wetgeving’ en ga dan naar ‘openbaarheid van bestuur’.
Hier volgt een mooi staaltje van lobbywerk: hoe de industrie de Europese regelgeving rond hormoonverstorende stoffen onschadelijk wist te maken.
Hormoonverstorende stoffen zitten in pesticiden, maar ook in plastic, cosmetica en voedselverpakkingen. Die stoffen ontregelen de aanmaak van hormonen, wat kan leiden tot verstoorde ontwikkeling van de hersenen of geslachtsorganen en onvruchtbaarheid en borst- en prostaatkankers kan veroorzaken. De Europese milieunormen zijn het paradepaardje van de Europese Unie. Het principe daarvan is: als een stof mogelijk kankerverwekkend is, de voortplanting kan schaden of hormoonverstorend is, krijgt de volksgezondheid voorrang op commerciële belangen. Dat klinkt geruststellend, maar de praktijk is anders. Dank zij uitgekiend lobbywerk wist de industrie de Europese Commissie genoeg te beïnvloeden om van dat principe geen last te hebben. Tien jaar geleden bepaalde de Europese Commissie dat er duidelijke criteria moesten opgesteld worden over welke pesticiden de EU-markt wel of niet binnen mochten. De opdracht werd gegeven aan het Directoraat-Generaal Milieu. De DG Milieu leverde voortreffelijk werk. Met behulp van gerenommeerde wetenschappers werden die criteria opgesteld en werd een lijst van 32 hormoonverstorende stoffen vastgesteld.
... En toen begon het lobbywerk. Een groep van bedrijven verzond een brief naar de top van de commissie over die lijst. Daarin zaten geen wetenschappelijke argumenten, maar had toch genoeg invloed. Secreatris Catharine Day van de commissie stelde voor om een economische impactstudie uit te voeren over die 32 stoffen. Dat alleen al was tegen het principe van de EU dat wanneer een stof mogelijk schadelijk kan zijn, de volksgezondheid voorrang heeft op commerciële belangen. Zowel onder commissievoorzitter Barosso als onder Junker werd gewerkt aan de impactanalyse. De Zweedse overheid ging daarmede niet akkoord, stapte naar het Europees Hof voor Justitie en kreeg gelijk. Maar toch duurde het tot april 2018 vooraleer de Comissie nieuwe criteria opstelde voor de hormoonverstorende stoffen. Helaas bleken die nieuwe criteria mee ingegeven te zijn door het lobbywerk van de chemiebedrijven.
De nieuwe criteria zijn bijzonder zwak, waardoor geen van de 32 verdachte stoffen nog van de markt geweerd gaan worden. Bij de bedrijven die het lobbywerk verzorgden zaten reuzen zoals Bayer, Syngenta en Dow, evenals de Amerikaanse en Canadese ambassades en de Amerikaanse kamer van koophandel. Het hele gedoe rond dat lobbywerk werd recent uitgebracht door de Europese milieuorganisatie PAN, of Pesticide Action Network. Die kwam tot de conclusie nadat ze 660 vertrouwelijke documenten van de Europese Commissie heeft bestudeerd. Het ging om emails en briefwisseling tussen bedrijven, de Commissie en de verschillende directoraat-generalen van de EU. Als onderwerp hadden ze voorstellen om de EU-regelgeving rond pesticiden.af te zwakken. PAN heeft een hele strijd moeten voeren om die informatie te pakkken te krtijgen. In heel de EU is er het principe van openbaarheid van bestuur. Daardoor moeten alle overheidsdocumenten inzichtbaar en opvraagbaar zijn voor de burger. Briefwisseling tussen bedrijven en de EU-overheid behoren daar ook bij.
De Europese commissie weigerde eerst het inzagerecht. Na twee jaar procederen bij het Europese Hof van Justitie kon de milieuorganisatie toch eindelijk de gevraagde informatie ontvangen en de feiten naar buiten brengen. Bart Staes, (nog eventjes) EU-parlementslid: ‘Een aantal ambtenaren bij de DG Volksgezondheid Sante, tot mensen op de hoogste politieke posten in de Commissie, hebben hun verantwoordelijkheid misbruikt om de platte commerciële belangen van de industrie te dienen.’
Voor meer informatie over openbaarheid van bestuur, zie de VALK-website www.vzwvalk.be
Klik in de balk bovenaan op ‘wetgeving’ en ga dan naar ‘openbaarheid van bestuur’.