Voorwoord
"Leven naast iemand met een houtkachel heeft hetzelfde effect als acht vrachtwagens die in jouw straat elke nacht hun motor laten draaien."
Dit citaat van luchtvervuilingsexpert Gary Fuller las ik op 22 augustus ll. in Knack.
Dit citaat van luchtvervuilingsexpert Gary Fuller las ik op 22 augustus ll. in Knack.
Ook kranten en tijdschriften blokletterden de laatste maanden over hoe milieuonvriendelijk houtverbranding wel is. Bosinfo nam een belangrijk artikel van de Bosbode (tijdschrift van de Oost-Vlaamse bosgroepen) over met als titel 'Verwarmen met hout zonder vervuilen':
Als je iets hoort over fijn stof, gaat dat meestal over deeltjes die kleiner zijn dan tien micrometer (duizendsten van een millimeter). Omdat ze zo klein zijn, kunnen ze diep doordringen in de longen en schadelijk zijn voor de gezondheid. De belangrijkste bronnen van dat fijn stof zijn het verkeer, de land- en tuinbouw, de industrie en de huishoudens.
De cijfers die de Vlaamse Milieumaatschappij communiceert, zijn niet min: houtverbranding in Vlaanderen is verantwoordelijk voor 35 % van de totale uitstoot van fijn stof, plus nog een flink percentage aan kankerverwekkende stoffen zoals dioxines en PAK's. Het is zelfs zo dat 4 uurtjes de kachel aansteken even erg is als 600 km met een bestelwagen rijden.
Als je kiest voor lokaal hout, bv. uit je eigen bos, dan is de C0²-uitstoot heel beperkt: liefst 86 % minder, als je vergelijkt met hout dat bv. afkomstig is uit Oost-Europa.
Nat hout zorgt voor een onvolledige verbranding en geeft meer as en fijn stof in de lucht. Kies ook voor hardhout zoals haagbeuk, eik, beuk en es. Dit brandt langer en geeft dus ook meer warmte. Loofhout geniet de voorkeur boven naaldhout (meer roetafzetting in je schoorsteen). Absoluut te vermijden is geverfd, behandeld of geïmpregneerd hout. Daarin zitten lijmstoffen die bij verbranding veel schadelijke stoffen vrijgeven.
Een houtkachel heeft sowieso een veel hoger rendement dan een open haard. Maar nog veel belangrijker is de ouderdom van de kachel, want oudere toestellen stoten veel meer uit (zelfs tien keer meer!). Zorg ook voor een goede, gelijkmatige verbranding van het hout door een goed onderhouden en geventileerde kachel. En let op bij mistig en windstil weer, want dan blijft de rook in en rond je huis hangen.
Conclusie: tegenwoordig is het perfect mogelijk om te verwarmen op hout zonder te vervuilen. Als je gebruik maakt van duurzaam, lokaal en gedroogd hout, is het een gezonde en groene brandstof. En met een geschikte kachel met een hoog rendement kan je de uitstoot van fijn stof zo laag mogelijk houden. Verstandig stoken is dus vooral de boodschap."
Het tijdschrift LINA (Limburg Natuurlijk, de nieuwe naam van het vroegere MINA – Milieu en Natuur in Limburg) publiceerde het interessante artikel 'Hout vasthouden', met een interessant citaat van Piet Ruytjens, monitor bij Groenwerk de Winning:
"Een speksteenkachel is duur in aankoop. Maar je bespaart op stookkosten. Je hoeft maar een paar uurtjes te stoken om 24 uur lang van de warmte te genieten. Ik heb altijd een houtvoorraad voor drie jaar liggen. Met een vochtigheidsmeter ga ik na of het hout droog genoeg is. De aslade hoef ik maar één keer om de 14 dagen leeg te maken; het raampje poetsen we 2 keer per jaar. De verbranding is zo zuiver dat het glas eigenlijk nooit vuil wordt."
En nu we toch bij de (open) haard beland zijn: hoe beschrijven de dichters de gezellige sfeer van het winterse haardvuur? Vaak gaat dat gepaard met – natuurlijk – warmte, met een glaasje wijn, het lezen van boeken en liefst ook nog charmant en warm gezelschap …
Willem Hussem schreef een heel zinnig (en Zen-nig) vers over ‘Al dat hout’:
Al dat hout bij de haard voor één vuur warmte vergt jaren groei Levensgenieter Gerard den Brabander schreef in ‘November / Bisschopswijn’: Het jaar wordt dun. De bomen zijn doorzichtig. Het is nu goed bij vrouw en haard te zijn. Wij heffen ’t glas en klinken heel voorzichtig en nippen teder aan de bisschopswijn. Priester-dichter Anton van Wilderode was – noodgedwongen – vaak alleen, maar genoot volgens zijn gedicht ‘November’ toch blij-berustend tijdens zijn eenzame uren: (...) Het is een maand van luisteren en lezen, de eikenblokken kraken in de haard. Gewoon maar zitten en gelukkig wezen met wat ik voor de winter heb bewaard (...) |
De Geelse dokter Aloïs Verwaest schreef ooit zes gedichten over ‘een verliefde zwerver’. In ‘De zwerver bij het haardvuur’ kijkt de oude man dankbaar terug op een rijkgevuld leven. Maar tegelijkertijd geeft hij de wijze raad van altijd nog je hart te volgen in plaats van je hoofd, liever nog (in je hart) een zwerver te zijn dan een gesetteld burgermannetje …:
De vlam danst vrolijk op de blokken in de haard met spitse, grillig-wisselende diagrammen, hier bleef nog iets van 't primitief geluk bewaard dat reeds de oermens mocht ervaren bij de vlammen. Zo rusteloos als vuur, zo vurig als deez vlammen werd, alle tijden door, het liefdesspel gespeeld, dit wordt als hete vlam, met wapperende kammen, zó als in 't paradijs, geliefden toebedeeld. Ik schouw met spijtig oog naar 't brandhout, hoe het slinkt - geen vuur blijft branden of men moet het naarstig voeden - en zie de speelse vlam die langsom lager zinkt ... Moest zo uw hartstocht eens verkillen en verbloeden, dan blijft er 's morgens niets dan sintels en wat as. Ach, lieve, voed het vuur, leg blokken op het ijzer en denk hoe heerlijk het eens voor ons beiden was! We werden àl te vroeg ordentelijk en wijzer. |
Het gezellige houtvuur in de poëzie
November / Bisschopswijn Gerard den Brabander
Het jaar wordt dun. De bomen zijn doorzichtig. Het is nu goed bij vrouw en haard te zijn. Wij heffen 't glas en klinken heel voorzichtig en nippen teder aan de bisschopswijn. November Anton van Wilderode (...) Het is een maand van luisteren en lezen, de eikenblokken kraken in de haard. Gewoon maar zitten en gelukkig wezen met wat ik voor de winter heb bewaard (...) Herinnering aan december Anton van Wilderode (...) Slechts wie een haard won kent de zekerheid van koesterend vuur en vele zoete spijzen; hij kan de sterren als een sprookje wijzen doch niet meer als een buit, waar men om schreit (...) Karel Jonckheere: Boomstronk vol haardvuur ronkende stem die zichzelf overtuigt dat sterven meer van leven getuigt dan slapen. Een winteravond Gerrit Kouwenaar Lang zitten kijken hoe de verkankerde stam van de oude vlier verbrandde niet na te vertellen dit trage eenzelvige afscheid deze vanzelfsprekende geboorte van as (...) Testament van vuur Makoto Ooka / N. de Vroomen & P. de Vroomen Het vuur is een joviale zelfmoordenaar. Wanneer het bezig is de dingen almaar af te likken, maakt het een kreunend geluid van tevredenheid. Wanneer de hele eetbare voorraad op is, gaat het slechts over in onmiddellijke dood, het testament op de as achterlatend (...) Open haard Catharina van der Linden het oude hout bijeen gesprokkeld in de tuin, in de haard gestapeld met een blok erop: een hand die 't wild gebleven warhout neerduwt ... wie zal mij ter plaatse houden? Haardvuur Frans Hoppenbrouwers (...) Verhef mij tot je slaaf en laat mij branden als felle fakkel, vlammend najaarskruid, een horig haardvuur dat de keerkring sluit met gloedvol licht weerkaatsend op de wanden. (...) In winterkou, gestreng en scherp getand, zal ik je met mijn mildste vuur omringen totdat ik schoon in jou ben opgebrand. |
Herfst in de ziel Maurice Roelants
(...) Met u en bruine Herfst in deze huize, de appels geblonken op de schouw, in rij, wachtende boeken, vuur en vlammend suizen, is 't hart, hoe droef ook, toch onzegbaar blij. Geert De Kockere: Aan de liefde kun je je verwarmen. Een gezellig kacheltje of een speels oplaaiende open haard. De liefde kan gloeien of vlammen, ze is het vuur in ons leven Valeer Deschacht: Je haardvuur zal blijven branden wanneer je anderen gul en gastvrij ontvangt wanneer je het beste aanbiedt van wat je in huis hebt een graag gedekte tafel en vooral veel hartelijkheid wanneer je luistert naar het levensverhaal van je gasten naar hun vreugden en successen maar ook naar hun stil verdriet wanneer je hun vooral het beste van jezelf geeft de warmte van je genegenheid en de stille vlam van je trouw. De zwerver bij het haardvuur Aloïs Verwaest (6 gedichten over 'een verliefde zwerver') De vlam danst vrolijk op de blokken in de haard met spitse, grillig-wisselende diagrammen, hier bleef nog iets van 't primitief geluk bewaard dat reeds de oermens mocht ervaren bij de vlammen. Zo rusteloos als vuur, zo vurig als deez vlammen werd, alle tijden door, het liefdesspel gespeeld, dit wordt als hete vlam, met wapperende kammen, zO als in 't paradijs, geliefden toebedeeld. Ik schouw met spijtig oog naar 't brandhout, hoe het slinkt - geen vuur blijft branden of men moet het naarstig voeden - en zie de speelse vlam die langsom lager zinkt ... Moest zo uw hartstocht eens verkillen en verbloeden, dan blijft er 's morgens niets dan sintels en wat as. Ach, lieve, voed het vuur, leg blokken op het ijzer en denk hoe heerlijk het eens voor ons beiden was! We werden àl te vroeg ordentelijk en wijzer. |