Het vegetarisme in de poëzie
De intensieve veeteelt staat al vele jaren in een kwade geur … Hoe kan het ook anders, als er praktisch telkens weer een ander schandaal opduikt: varkenspest, dioxinekippen, gekke-koeienziekte, veevoeder vol afwaswater, vervuilde olie, antibiotica of hormonen, mond- en klauwzeer, pseudovogelpest, dierenmishandelingen, (Nog een paar de laatste jaren????) …
Koen Raes, ethisch filosoof en docent aan de universiteit van Gent, schreef in juli 2000:
"Het zou voor iedereen nochtans duidelijk moeten zijn dat er wel degelijk een verband is tussen onze industriële vleesproductie, ons eigen welzijn en de manier waarop we met dieren omspringen, maar kennelijk dringt dat bij velen toch maar niet door. Net zo min als ze inzien dat er een verband is tussen de milieuverloedering (wegkappen van regenwouden, mestoverschotten, bodem- en waterverontreiniging) en de waanzinnige hoeveelheden vlees die vooral in de Westerse wereld naar binnen worden gewurmd."
Eeuwenlang hebben grote Oosterse en Westerse denkers het eten van vlees afgeraden en op de gevaren ervan gewezen. In de vedische geschriften van India, die 5000 jaar geleden al werden opgetekend, lezen we:
"Vlees kan nooit verkregen worden zonder schade aan levende wezens te berokkenen. Het verwonden van levende wezens is nadelig voor het bereiken van de hemelse zaligheid; daarom moet men het gebruik van vlees mijden. (…) Als iemand de weerzinwekkende manier waarop we aan vlees komen, goed tot zich door heeft laten dringen en de wreedheid van het opsluiten en doden van belichaamde wezens inziet, dan moet hij zich totaal onthouden van het eten van vlees."
Rond 500 v.C. benadrukte Boeddha nogmaals een vegetarische levenswijze, als gevolg van zijn leer van geweldloosheid. Ca. 550 v.C. schreef de Griek Pythagoras (die van het ezelsbruggetje!), een overtuigde vegetariër:
"Hoe slecht is de gewoonte en hoe goddeloos de aanslag op eigen bloed, als mensen met hun zwaard een jonge koe de keel doorklieven en haar zonder meelij laten klagen; als men een bokje, dat om hulp roept als een angstig kind, kan slachten of kan smullen van een vogeltje waaraan men zelfs altijd graantjes gaf! Hoe klein is het verschil met wat een echte misdaad heet (…)?"
In zijn verhandeling ‘Over het eten van vlees’ schreef de Romeinse auteur Plutarchus rond 100 A.D.:
"Moeten we werkelijk nog vragen om welke redenen Pythagoras zich van vlees onthield? Ikzelf vraag me eerder af welk ongelukkig toeval en welke geestesgesteldheid de eerste mens ertoe hebben gebracht het vlees van een dood schepsel naar zijn mond te brengen en zijn lippen te zetten aan geronnen bloed! En hoe hij ertoe kwam om muffe dode lijken op tafel te zetten, en de naam voedsel te geven aan lichaamsdelen die kort daarvoor loeiden en brulden, bewogen en leefden. Hoe konden zijn ogen het bloedbad verdragen toen kelen werden opengesneden en ledematen uit elkaar werden gerukt? Hoe kon zijn neus de stank verdragen? Hoe kon het dat zijn eetlust niet vergald werd, toen hij met zijn lippen andermans zweren en het sap uit dodelijke wonden beroerde? (…) We slachten onschuldige tamme dieren die geen stekels of tanden hebben om ons te verwonden. Ter wille van een beetje vlees beroven we hen van zon, van licht en van de levensduur waar ze als levend wezen recht op hebben."
Koen Raes, ethisch filosoof en docent aan de universiteit van Gent, schreef in juli 2000:
"Het zou voor iedereen nochtans duidelijk moeten zijn dat er wel degelijk een verband is tussen onze industriële vleesproductie, ons eigen welzijn en de manier waarop we met dieren omspringen, maar kennelijk dringt dat bij velen toch maar niet door. Net zo min als ze inzien dat er een verband is tussen de milieuverloedering (wegkappen van regenwouden, mestoverschotten, bodem- en waterverontreiniging) en de waanzinnige hoeveelheden vlees die vooral in de Westerse wereld naar binnen worden gewurmd."
Eeuwenlang hebben grote Oosterse en Westerse denkers het eten van vlees afgeraden en op de gevaren ervan gewezen. In de vedische geschriften van India, die 5000 jaar geleden al werden opgetekend, lezen we:
"Vlees kan nooit verkregen worden zonder schade aan levende wezens te berokkenen. Het verwonden van levende wezens is nadelig voor het bereiken van de hemelse zaligheid; daarom moet men het gebruik van vlees mijden. (…) Als iemand de weerzinwekkende manier waarop we aan vlees komen, goed tot zich door heeft laten dringen en de wreedheid van het opsluiten en doden van belichaamde wezens inziet, dan moet hij zich totaal onthouden van het eten van vlees."
Rond 500 v.C. benadrukte Boeddha nogmaals een vegetarische levenswijze, als gevolg van zijn leer van geweldloosheid. Ca. 550 v.C. schreef de Griek Pythagoras (die van het ezelsbruggetje!), een overtuigde vegetariër:
"Hoe slecht is de gewoonte en hoe goddeloos de aanslag op eigen bloed, als mensen met hun zwaard een jonge koe de keel doorklieven en haar zonder meelij laten klagen; als men een bokje, dat om hulp roept als een angstig kind, kan slachten of kan smullen van een vogeltje waaraan men zelfs altijd graantjes gaf! Hoe klein is het verschil met wat een echte misdaad heet (…)?"
In zijn verhandeling ‘Over het eten van vlees’ schreef de Romeinse auteur Plutarchus rond 100 A.D.:
"Moeten we werkelijk nog vragen om welke redenen Pythagoras zich van vlees onthield? Ikzelf vraag me eerder af welk ongelukkig toeval en welke geestesgesteldheid de eerste mens ertoe hebben gebracht het vlees van een dood schepsel naar zijn mond te brengen en zijn lippen te zetten aan geronnen bloed! En hoe hij ertoe kwam om muffe dode lijken op tafel te zetten, en de naam voedsel te geven aan lichaamsdelen die kort daarvoor loeiden en brulden, bewogen en leefden. Hoe konden zijn ogen het bloedbad verdragen toen kelen werden opengesneden en ledematen uit elkaar werden gerukt? Hoe kon zijn neus de stank verdragen? Hoe kon het dat zijn eetlust niet vergald werd, toen hij met zijn lippen andermans zweren en het sap uit dodelijke wonden beroerde? (…) We slachten onschuldige tamme dieren die geen stekels of tanden hebben om ons te verwonden. Ter wille van een beetje vlees beroven we hen van zon, van licht en van de levensduur waar ze als levend wezen recht op hebben."
In 1972 (drie jaar vóór filosoof Peter Singer zijn baanbrekend werk Animal Liberation publiceerde) klaagde de Nederlandse cabaretier Alexander Pola de weerzinwekkende praktijken van de vleesindustrie al aan in zijn lied ‘Bio-industrie’:
"Wij zijn geen boeren meer, wij zijn industriëlen
Wij hebben het dus reuze ver gebracht
Het heet geen fokken meer, het heet ook niet meer telen
Wij produceren fabrieksmatig voor de slacht
Kalfsvlees staat op slappe poten
Bloedarmoedig in de stal
Waar het daglicht nooit zal dagen
Tot we ’t in de wagen dragen
Die die levende rollade
Naar het slachthuis rijden zal (…)
Maar dat moet je maar vergeten
Smakelijk eten."
"Wij zijn geen boeren meer, wij zijn industriëlen
Wij hebben het dus reuze ver gebracht
Het heet geen fokken meer, het heet ook niet meer telen
Wij produceren fabrieksmatig voor de slacht
Kalfsvlees staat op slappe poten
Bloedarmoedig in de stal
Waar het daglicht nooit zal dagen
Tot we ’t in de wagen dragen
Die die levende rollade
Naar het slachthuis rijden zal (…)
Maar dat moet je maar vergeten
Smakelijk eten."
Waaruit bestaan die praktijken dan? De hierboven genoemde Koen Raes vat even samen:
"Het dier werd geketend, afgeranseld, gekooid, vetgemest en naar willekeur gedood. De technieken die bij de veeteelt worden gebruikt, behoren tot de meest wreedaardige. Ganzen worden buitenproportionele hoeveelheden voedsel – letterlijk – in de strot geduwd alleen omdat mensen die vette lever (dat klinkt prozaïscher an ‘foie gras’, niet?) zo lekker vinden. Kippen worden de snavels afgesneden en in waanzinnige hoeveelheden op rekken geplaatst, alleen omdat mensen weinig geld over hebben voor een eitje of een kippenbil. Kalveren worden gekist (malser vlees!), varkens in urinoirs gehuisvest, runderen vetgemest. En binnenkort zullen ze ook nog allemaal genetisch worden gemanipuleerd om nog malser vlees te leveren (de Westerse mens heeft immers een gebit dat nog slechts tegen hamburgers bestand is) of om zo weinig mogelijk skelet over te houden."
Leghennen in batterijen zitten opgesloten in een kooi van 450 cm² per kip (heel wat minder dan dit blad papier!), terwijl een kip in rust 600 cm² nodig heeft, en om te rekken, strekken en met de vleugels te klapperen zelfs 1875 cm²!
De kippen die eieren moeten leggen voor vleeskuikens, worden op stevig dieet gezet (tot 40 % van wat ze zouden willen eten!) om vervetting e.a. ‘economische’ problemen tegen te gaan.
Niet alleen de dieren hebben baat bij een meer vegetarische levenswijze, maar ook de mens zelf!
Onderzoeken geven als resultaat o.a.:
Dr. Davies van University College in Londen, auteur van het boek De honderdjarigen van de Andes, heeft tien tips voor een lang leven, waaronder deze twee:
"Eet zo weinig mogelijk vlees.
Eet zo veel rauwkost en zo weinig voorbewerkt voedsel als u kunt."
Bovendien bleek uit een onderzoek van de Universiteit van Brussel dat vegetariërs in staat waren lichaamsproeven twee tot drie keer langer vol te houden dan vleeseters en dat ze ongeveer vijf keer zo snel van de inspanning herstelden. Bekende vegetarische atleten bevestigen deze stelling: de olympische kampioene voor lange-afstandzwemmen Murray Rose, de ‘Vliegende Fin’ Paavo Nurmi, de wereldkampioen worstelen 1981 Chris Campbell, …
In 1961 stond in de ‘Journal of the American Medical Association’ al te lezen dat 90 tot 97 % van het aantal hartziekten zou kunnen voorkomen worden door een vegetarisch dieet (andere bronnen spreken van 30 %).
"Het dier werd geketend, afgeranseld, gekooid, vetgemest en naar willekeur gedood. De technieken die bij de veeteelt worden gebruikt, behoren tot de meest wreedaardige. Ganzen worden buitenproportionele hoeveelheden voedsel – letterlijk – in de strot geduwd alleen omdat mensen die vette lever (dat klinkt prozaïscher an ‘foie gras’, niet?) zo lekker vinden. Kippen worden de snavels afgesneden en in waanzinnige hoeveelheden op rekken geplaatst, alleen omdat mensen weinig geld over hebben voor een eitje of een kippenbil. Kalveren worden gekist (malser vlees!), varkens in urinoirs gehuisvest, runderen vetgemest. En binnenkort zullen ze ook nog allemaal genetisch worden gemanipuleerd om nog malser vlees te leveren (de Westerse mens heeft immers een gebit dat nog slechts tegen hamburgers bestand is) of om zo weinig mogelijk skelet over te houden."
Leghennen in batterijen zitten opgesloten in een kooi van 450 cm² per kip (heel wat minder dan dit blad papier!), terwijl een kip in rust 600 cm² nodig heeft, en om te rekken, strekken en met de vleugels te klapperen zelfs 1875 cm²!
De kippen die eieren moeten leggen voor vleeskuikens, worden op stevig dieet gezet (tot 40 % van wat ze zouden willen eten!) om vervetting e.a. ‘economische’ problemen tegen te gaan.
Niet alleen de dieren hebben baat bij een meer vegetarische levenswijze, maar ook de mens zelf!
Onderzoeken geven als resultaat o.a.:
- Mensen die minder dan 35 gr vlees per dag eten, hebben het beste vooruitzicht op een lang en gezond leven (in België is het gemiddelde 110 gr, terwijl ‘voedingsdeskundigen’ 75 gr adviseren).
- Vegetariërs hebben een lagere bloeddruk en een lager cholesterolgehalte (rundvlees bevat zesmaal zoveel cholesterol als melk), minder kans op galstenen of allergieën, minder reuma, jicht of nierziekten, minder overgewicht en zijn minder vatbaar voor tumoren.
- Het aantal sterfgevallen ten gevolge van kanker ligt bij vegetariërs 40 % lager.
- Vegetariërs leven langer dan vleeseters.
Dr. Davies van University College in Londen, auteur van het boek De honderdjarigen van de Andes, heeft tien tips voor een lang leven, waaronder deze twee:
"Eet zo weinig mogelijk vlees.
Eet zo veel rauwkost en zo weinig voorbewerkt voedsel als u kunt."
Bovendien bleek uit een onderzoek van de Universiteit van Brussel dat vegetariërs in staat waren lichaamsproeven twee tot drie keer langer vol te houden dan vleeseters en dat ze ongeveer vijf keer zo snel van de inspanning herstelden. Bekende vegetarische atleten bevestigen deze stelling: de olympische kampioene voor lange-afstandzwemmen Murray Rose, de ‘Vliegende Fin’ Paavo Nurmi, de wereldkampioen worstelen 1981 Chris Campbell, …
In 1961 stond in de ‘Journal of the American Medical Association’ al te lezen dat 90 tot 97 % van het aantal hartziekten zou kunnen voorkomen worden door een vegetarisch dieet (andere bronnen spreken van 30 %).
De 19de-eeuwse Engelse dichter Shelley was een overtuigde vegetariër. In zijn gedicht ‘Queen Mab’ beschreef hij een utopische (?) wereld waar mensen geen dieren doden om ze te eten:
"(…) niet langer nu
doodt hij het lam dat hem aankijkt,
verslindt hij afschuwelijk het verminkte vlees
dat – om de geschonden wet van de natuur alsnog te wreken –
alle troebele vochten in zijn lijf,
elke zondige passie en al het schijngeloof,
haat, wanhoop en afschuw in zijn geest verwekte:
de zaden van ellende, dood, ziekte en misdaad."
"(…) niet langer nu
doodt hij het lam dat hem aankijkt,
verslindt hij afschuwelijk het verminkte vlees
dat – om de geschonden wet van de natuur alsnog te wreken –
alle troebele vochten in zijn lijf,
elke zondige passie en al het schijngeloof,
haat, wanhoop en afschuw in zijn geest verwekte:
de zaden van ellende, dood, ziekte en misdaad."
‘… en misdaad …’ Met de zaak Van Noppen in het geheugen is het al bewezen dat sommigen uit de vleesindustrie niet terugschrikken voor moord! Ook Koen Raes wijst op een bestaand verband met criminaliteit:
"(…) Neem daar nog bij dat de criminologie een sterke correlatie heeft gevonden tussen dierenmishandeling en kinder- en vrouwenmishandeling, en het wordt choquerend dat zogenaamde progressieven nog steeds zo weinig oren hebben naar de argumenten van de dierenbevrijdingsbeweging …"
De 18de-eeuwse filosoof Kant beweerde ook al:
"… hij die wreed is tegen dieren, is ook hardvochtig voor mensen. Wij kunnen het hart van een mens beoordelen door naar zijn behandeling van dieren te kijken. "
Dierenbevrijder en vegetariër Michel Vandenbosch heeft dit al menigmaal mogen ondervinden …Ook de geniale geest Einstein schreef in 1930: "Ik ben ervan overtuigd dat een vegetarisch dieet, door haar fysieke invloed op het menselijke temperament, een zeer positieve uitwerking zou hebben op de gehele mensheid."
"(…) Neem daar nog bij dat de criminologie een sterke correlatie heeft gevonden tussen dierenmishandeling en kinder- en vrouwenmishandeling, en het wordt choquerend dat zogenaamde progressieven nog steeds zo weinig oren hebben naar de argumenten van de dierenbevrijdingsbeweging …"
De 18de-eeuwse filosoof Kant beweerde ook al:
"… hij die wreed is tegen dieren, is ook hardvochtig voor mensen. Wij kunnen het hart van een mens beoordelen door naar zijn behandeling van dieren te kijken. "
Dierenbevrijder en vegetariër Michel Vandenbosch heeft dit al menigmaal mogen ondervinden …Ook de geniale geest Einstein schreef in 1930: "Ik ben ervan overtuigd dat een vegetarisch dieet, door haar fysieke invloed op het menselijke temperament, een zeer positieve uitwerking zou hebben op de gehele mensheid."
De Nederlandse dichter Rien Vroegindeweij omschreef dit lyrisch in zijn dubbelzinnig sonnet ‘De minnaar spreekt’:
"Vanavond uit eten bij de B’s (ze waren bijna uit elkaar); geen wild gebraad als vorig jaar, maar vegetarisch: bij het zee- wier komen wel de A’s ter sprake en volgt de rest van het alfabet: T gaat met O en F met U naar bed. Zeg, hoe vind je die tofu smaken? ’t Komt uit Gods eigen haute cuisine, het maakt als vlees niet agressief (we waren bijna uit elkaar, hè lief?) en ’t zit barstensvol met vitaminen. O vrouw B. Hoe heerlijk uw diners! Maar ‘k geef de voorkeur aan uw vlees." |
Ook zijn landgenoot Leo Vroman speelt met de voorkeur voor ‘vlees’ van mens en dier in ‘Een psalm voor slagers’:
"Naar de aard van het verschil tussen de liefde voor het versgebraden vlees en dat in bed voor buik en bil kan ik alleen met weerzin raden. Tussen de warmte van een kind op schoot en van de biefstuk op mijn bord ligt immers maar een tijdelijke dood als een van hen verslonden wordt? Ik ril van liefde voor de tijger en de prooi en voor het kalfsvlees waar mijn tanden in bijten, het mes, de vork in mijn handen. Alles wat leeft, is immers mooi. Systeem! Vertel mij toch eens, zouden de mannen in hun wit bebloede kleren voordat zij kalveren halveren hun werk een beetje haten en van de dieren houden toen het vlees nog blaatte?" |
Een volgend argument dat pleit voor vegetarisme, is de ontzaglijke verspilling van de (uitwassen van de) vleesindustrie, o.a. door eiwitrijk plantaardig voedsel aan dieren te voederen, die het omzetten in veel minder eiwitrijk vlees! Enkele gegevens op een rijtje:
In het gezaghebbende wetenschapsmagazine Natuur en Techniek (mei 2001) staat het artikel ‘Veehouderij is doodziek; deel 1 van een serie van vier over de waanzin van onze huidige eiwitproductie’, waarin Joost van Kasteren poneert dat op termijn tot 60 % van de intensieve veehouderij uit Nederland zal verdwijnen, terwijl de rest zich zal richten op vlees met een hoge biologische waarde (scharrel, biologisch).
In hetzelfde artikel doet schrijver Koos van Zomeren een oproep tot diervriendelijke schaalverkleining:
"(…) je hebt ook een groep veehouders die nog bijna hetzelfde werken als hun ouders. En die toch in staat zijn om met een bedrijf met zeventien koeien een gezin met elf kinderen te onderhouden. Die mensen worden door de gevestigde landbouw al jarenlang belachelijk gemaakt. Ik zou ervoor willen pleiten om eens op die bedrijven te gaan kijken en aan die boeren te vragen hoe zij het hoofd boven water houden. Een soort eerherstel voor de kleine, niet op winstbejag beluste veehouder. Zij belichamen nog de kernwaarden van het boerenbestaan: een goede band met het vee en met de grond. Ik denk dat daar een begin ligt van een oplossing voor de enorme problemen in de veehouderij."
Ecofilosoof (èn vegetariër) Ullrich Melle, professor aan de KULeuven, vertelde in ‘De pijn van het zwijn’ in Humo (15 mei 2001):
"(…) Ik denk dat dit het begin van het einde van de dierenslavernij is. Ik vraag me echt af of wij ooit op de dierenslavernij zullen terugkijken zoals wij nu op de mensenslavernij terugkijken: als iets van een voorbije, gruwelijk barbaarse tijd. Nooit eerder hebben zoveel mensen zich de vraag gesteld of ze nog wel dieren willen eten (…)"
We moeten in onze Westerse wereld dringend werk maken van de ‘Vijf vrijheden’, de randvoorwaarden voor dierenwelzijn die internationaal goedgekeurd zijn:
Als we het dier niet opnieuw leren beschouwen als een kwetsbaar wezen met gevoelens als angst en pijn, als we onze ongezonde en verspilzuchtige manier van eten niet drastisch omkeren, als consumenten en vleesproducenten plat commercieel winstbejag boven het welzijn van dieren blijven stellen, zal de mens nog verder ‘ontmenselijken’ …
De missing link tussen aap en mens zijn wijzelf, zei zoöloog en Nobelprijswinnaar Konrad Lorenz terecht.
Nu we in de winkels al een grote verscheidenheid vinden van gezonde – en lekkere! – vleesvervangende producten, mag het geen onoverkomelijk idee zijn om ten minste een paar vleesloze dagen per week in te voeren (voor wie het geen 40 dagen kan uithouden).
En wie nog niet overtuigd is, leze Dieren eten van de successchrijver Jonathan Safran Foer maar eens: de weg van dier naar vlees is één bloederige, onmenselijke lijdensweg …!
RVB
- 33 % van de wereldgraanoogst is bestemd voor veevoeder, terwijl dit van de Amerikaanse sojaoogst zelfs 95 % bedraagt (alhoewel 1 kg sojabonen hetzelfde eiwitgehalte heeft als 2 kg vlees of vis)!
- Een kalf dat 21 kg plantaardige eiwitten gevoerd wordt, levert slechts 1 kg dierlijke eiwitten op (bij een varken is dat 9 kg voor 1 kg dierlijke eiwitten).
- Om één hamburger te leveren, eet een koe een hoeveelheid planten waarmee men tien kinderen een hele dag zou kunnen voeden.
- 1 kg varkensvlees is verantwoordelijk voor 16 kg mest, 1 kg rundsvlees heeft zelfs 30 kg mest opgeleverd.
- Om 1 kg graan te produceren, is 60 liter water nodig; om 1 kg vlees te produceren, is 2400 à 6000 liter water nodig.
- De varkenspest in 1997-1998 kostte in Nederland alleen al 10 000 000 varkens het leven.
- In maart-april 2001 werden in Groot-Brittannië 500 000 dierkarkassen verbrand (wat volgens een zondagskrant meer gevaarlijke stoffen (kankerverwekkende dioxines) de lucht injoeg dan alle gifspuitende fabrieken in het land samen.
- Per jaar worden in Nederland 40 000 000 ééndagshaantjes vergast of versnipperd, omdat ze geen eieren leggen en geen efficiënte groeicurve hebben.
- 12 tot 15 % van de fokzeugen (naar schatting) worden per jaar afgevoerd vanwege ziekte: reproductiestoornissen, kreupelheid of infectieziekten; 20 à 30 % (naar schatting) wordt jaarlijks afgevoerd omdat ze onvoldoende zullen produceren om ‘bedrijfstechnisch’ optimaal rendabel te zijn.
In het gezaghebbende wetenschapsmagazine Natuur en Techniek (mei 2001) staat het artikel ‘Veehouderij is doodziek; deel 1 van een serie van vier over de waanzin van onze huidige eiwitproductie’, waarin Joost van Kasteren poneert dat op termijn tot 60 % van de intensieve veehouderij uit Nederland zal verdwijnen, terwijl de rest zich zal richten op vlees met een hoge biologische waarde (scharrel, biologisch).
In hetzelfde artikel doet schrijver Koos van Zomeren een oproep tot diervriendelijke schaalverkleining:
"(…) je hebt ook een groep veehouders die nog bijna hetzelfde werken als hun ouders. En die toch in staat zijn om met een bedrijf met zeventien koeien een gezin met elf kinderen te onderhouden. Die mensen worden door de gevestigde landbouw al jarenlang belachelijk gemaakt. Ik zou ervoor willen pleiten om eens op die bedrijven te gaan kijken en aan die boeren te vragen hoe zij het hoofd boven water houden. Een soort eerherstel voor de kleine, niet op winstbejag beluste veehouder. Zij belichamen nog de kernwaarden van het boerenbestaan: een goede band met het vee en met de grond. Ik denk dat daar een begin ligt van een oplossing voor de enorme problemen in de veehouderij."
Ecofilosoof (èn vegetariër) Ullrich Melle, professor aan de KULeuven, vertelde in ‘De pijn van het zwijn’ in Humo (15 mei 2001):
"(…) Ik denk dat dit het begin van het einde van de dierenslavernij is. Ik vraag me echt af of wij ooit op de dierenslavernij zullen terugkijken zoals wij nu op de mensenslavernij terugkijken: als iets van een voorbije, gruwelijk barbaarse tijd. Nooit eerder hebben zoveel mensen zich de vraag gesteld of ze nog wel dieren willen eten (…)"
We moeten in onze Westerse wereld dringend werk maken van de ‘Vijf vrijheden’, de randvoorwaarden voor dierenwelzijn die internationaal goedgekeurd zijn:
- Vrij van dorst, honger en ondervoeding,
- Vrij van fysiek en fysiologisch ongerief,
- Vrij van pijn, verwondingen en ziektes,
- Vrij om het normale gedrag te kunnen uitvoeren,
- Vrij van angst en chronische stress.
Als we het dier niet opnieuw leren beschouwen als een kwetsbaar wezen met gevoelens als angst en pijn, als we onze ongezonde en verspilzuchtige manier van eten niet drastisch omkeren, als consumenten en vleesproducenten plat commercieel winstbejag boven het welzijn van dieren blijven stellen, zal de mens nog verder ‘ontmenselijken’ …
De missing link tussen aap en mens zijn wijzelf, zei zoöloog en Nobelprijswinnaar Konrad Lorenz terecht.
Nu we in de winkels al een grote verscheidenheid vinden van gezonde – en lekkere! – vleesvervangende producten, mag het geen onoverkomelijk idee zijn om ten minste een paar vleesloze dagen per week in te voeren (voor wie het geen 40 dagen kan uithouden).
En wie nog niet overtuigd is, leze Dieren eten van de successchrijver Jonathan Safran Foer maar eens: de weg van dier naar vlees is één bloederige, onmenselijke lijdensweg …!
RVB