Wat is natuur waard
Wat is natuur waard? In onze maatschappij telt alleen dat waar je een bedrag kan opplakken. In het leven zijn het net de mooiste dingen die je niet in een geldwaarde kan uitdrukken.
Spreeuwen helpen onderzoekers op weg naar chemisch-vrije kippenhouderij
Mannetjesspreeuwen die in de lente op vrijersjacht zijn zitten kwetterend, fluitend, zingend en vleugelklepperend vlakbij een beloftvolle broedplaats.
Het viel de Nederlandse spreeuwenonderzoeker en hoogleraar aan de rijksuniversiteit Groningen Jan Komdeur op dat deze ongepaarde mannetjes vaak een bloemetje in de bek hadden of plaatsen vlakbij de nestkast. Komdeur vroeg zich af of dat een reden had en haalde de bloemen nabij de nestkasten waar hij dat opmerkte weg.
En inderdaad, de vrouwtjes negeerden de nestkasten waar de bloemetjes werden weggehaald.
Dat vroeg om nader onderzoek. De door de mannetjesspreeuwen geplukte bloemetjes behoorden telkens tot heel specifieke, netelachtige geurige plantjes. Spreeuwen hebben vaak last van bloedluizen. Ze hebben overal bijtmerken van bloedluizen, en als de jongen uitkomen hebben ze ook allemaal last van bloedluizen. Hoe meer het er zijn, hoe slechter de conditie van de jongen.
Toen Komdeur las dat aromatische geuren misschien goed zijn om bloedluizen te doden, ging een belletje rinkelen.
Met de hulp van mijtenexperts uit Amsterdam, werd het onderzoek uitgebreid. Spreeuwen bleken van dezelfde bloedluizen last te hebben als kippen. In de intensieve pluimveehouderij vormen die een probleem. De kippen moeten geïnjecteerd worden, of chemisch gesprayd.
Daarop werd uitgezocht hoed die geplukte bloemetjes kon helpen tegen bloedluizen. Bleek dat in die bloemen telkens een roofmijt zat die bloedluizen doodt.
Er werd een methode ontwikkeld om met behulp van roofmijten kippenkwekerij bloedluisvrij te maken. Bij een aantal kippenkwekerijen wordt deze methode nu grootschalig ingezet. De spreeuw leerde de onderzoekers hoe je bloedluizen kan bestrijden en welke roofmijten je daarvoor moet inzetten.
Mannetjesspreeuwen die in de lente op vrijersjacht zijn zitten kwetterend, fluitend, zingend en vleugelklepperend vlakbij een beloftvolle broedplaats.
Het viel de Nederlandse spreeuwenonderzoeker en hoogleraar aan de rijksuniversiteit Groningen Jan Komdeur op dat deze ongepaarde mannetjes vaak een bloemetje in de bek hadden of plaatsen vlakbij de nestkast. Komdeur vroeg zich af of dat een reden had en haalde de bloemen nabij de nestkasten waar hij dat opmerkte weg.
En inderdaad, de vrouwtjes negeerden de nestkasten waar de bloemetjes werden weggehaald.
Dat vroeg om nader onderzoek. De door de mannetjesspreeuwen geplukte bloemetjes behoorden telkens tot heel specifieke, netelachtige geurige plantjes. Spreeuwen hebben vaak last van bloedluizen. Ze hebben overal bijtmerken van bloedluizen, en als de jongen uitkomen hebben ze ook allemaal last van bloedluizen. Hoe meer het er zijn, hoe slechter de conditie van de jongen.
Toen Komdeur las dat aromatische geuren misschien goed zijn om bloedluizen te doden, ging een belletje rinkelen.
Met de hulp van mijtenexperts uit Amsterdam, werd het onderzoek uitgebreid. Spreeuwen bleken van dezelfde bloedluizen last te hebben als kippen. In de intensieve pluimveehouderij vormen die een probleem. De kippen moeten geïnjecteerd worden, of chemisch gesprayd.
Daarop werd uitgezocht hoed die geplukte bloemetjes kon helpen tegen bloedluizen. Bleek dat in die bloemen telkens een roofmijt zat die bloedluizen doodt.
Er werd een methode ontwikkeld om met behulp van roofmijten kippenkwekerij bloedluisvrij te maken. Bij een aantal kippenkwekerijen wordt deze methode nu grootschalig ingezet. De spreeuw leerde de onderzoekers hoe je bloedluizen kan bestrijden en welke roofmijten je daarvoor moet inzetten.
Jachtluipaard-duur statussymbool
De jachtluipaardenpopulatie wereldwijd stuikt in elkaar. In het wild resteren er nog slechts 7100 dieren.
In Azië zijn deze snelle jagers ten dode opgeschreven. Enkel in Iran zijn er mogelijk nog een 50-tal. Helaas verspreid over verschillende, niet met elkaar verbonden gebieden. In Afrika leeft het gros van de jachtluipaarden, wel steeds minder. Zo is in Zimbabwe de populatie met 85% afgenomen, van 1200 stuks naar een 170, in slechts 16 jaar.
Oorzaak is het omvormen van wildernis naar graasland voor vee of akkerland en het decimeren van hun prooien door jagers. Het cheeta-habitat krimpt drastisch.
Een nieuwe bedreiging is de vraag naar welpjes vanuit de Golfstaten. Jachtluipaarden zijn gemakkelijk tam te maken. Zelfs een volwassen tamme jachtluipaard kan je, zoals een hond, aan de leiband meevoeren. Arabieren paraderen graag met hun tamme jachtluipaard.
De handel in jachtluipaardenwelpjes eisen een hoge tol. Twee-derden van de gesmokkelde jongen, die gesmokkeld worden via het oorlogsgebied in de Hoorn van Afrika, overleefd de reis naar de Golfstaten niet. Er worden dus vele cheeta-moeders gedood om Oliesjeiks van hun nieuwste statussymbool te voorzien. De jacht op jachtluipaarden is geopend, want op de zwarte markt kan een welpje tot 10.000 dollar opbrengen.
De jachtluipaardenpopulatie wereldwijd stuikt in elkaar. In het wild resteren er nog slechts 7100 dieren.
In Azië zijn deze snelle jagers ten dode opgeschreven. Enkel in Iran zijn er mogelijk nog een 50-tal. Helaas verspreid over verschillende, niet met elkaar verbonden gebieden. In Afrika leeft het gros van de jachtluipaarden, wel steeds minder. Zo is in Zimbabwe de populatie met 85% afgenomen, van 1200 stuks naar een 170, in slechts 16 jaar.
Oorzaak is het omvormen van wildernis naar graasland voor vee of akkerland en het decimeren van hun prooien door jagers. Het cheeta-habitat krimpt drastisch.
Een nieuwe bedreiging is de vraag naar welpjes vanuit de Golfstaten. Jachtluipaarden zijn gemakkelijk tam te maken. Zelfs een volwassen tamme jachtluipaard kan je, zoals een hond, aan de leiband meevoeren. Arabieren paraderen graag met hun tamme jachtluipaard.
De handel in jachtluipaardenwelpjes eisen een hoge tol. Twee-derden van de gesmokkelde jongen, die gesmokkeld worden via het oorlogsgebied in de Hoorn van Afrika, overleefd de reis naar de Golfstaten niet. Er worden dus vele cheeta-moeders gedood om Oliesjeiks van hun nieuwste statussymbool te voorzien. De jacht op jachtluipaarden is geopend, want op de zwarte markt kan een welpje tot 10.000 dollar opbrengen.