Spreeuwenvanger in beroep veroordeeld Danny T., een 50-jarige fabrieksarbeider uit Maldegem werd op 12 april 2016 in eerste aanleg veroordeeld voor grootschalige spreeuwenvangst. Onderzoek na een huiszoeking leidde tot de vondst van een paar duizend spreeuwen, klaar voor verhandeling, in de diepvriezer of in de vorm van spreeuwenrestanten op de composthoop. Een aantekenboekje waarin zijn vangsten werden bijgehouden, toonde aan dat de man sinds 2001 minstens 21.000 spreeuwen had gevangen en verkocht voor consumptie. De man had in 2003 al eens een (voorwaardelijke) veroordeling voor vogelvangst opgelopen. De rechter in eerste aanleg veroordeelde Danny T. tot zes maanden cel (met uitstel) en boetes. De spreeuwenvanger ging in beroep. Op 23 december 2016 sprak de beroepsrechter zijn vonnis uit. De voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden bleef gehandhaafd. De effectief te betalen geldboete was 9000 euro. Daarbovenop werd 5176 euro vermogensvoordeel verbeurd verklaard evenals de bestelwagen Peugeot Expert, die werd gebruikt bij de vangstexpedities. De man moet ook nog een rechtsplegingvergoeding van 2070 euro, en een schadevergoeding van 5250 euro aan de burgerlijke partij, vzw Vogelbescherming Vlaanderen. Vogelbescherming Vlaanderen is tevreden met het arrest, dat rekening hield met de ecologische schade die werd aangericht en het belang van bescherming van de spreeuw. De Europese populatie van de spreeuw is sinds 1980 met bijna de helft afgenomen en het gaat nog steeds slechter met deze soort.
Hof van Cassatie bevestigd zware straffen tegen mestzwendelaars Het landbouwechtpaar Foets/Lodewijckx uit de Balense deelgemeente Olmen waren bij heel veel landbouwers uit Vlaanderen erg gekend. Je kon bij dit echtpaar met je mestoverschotten steeds terecht, voor een prijsje. Niet moeilijk, het koppel dumpte de aangevoerde mest massaal in de omgeving en in waterlopen. Na jarenlang onderzoek ging de bal eindelijk aan het rollen. Foets werd in 2009 betrapt toen hij de brei uit zijn mestkelder aan het overpompen was in de nabije waterloop. Het echtpaar werd veroordeeld door de rechtbank in eerste aanleg, ging in beroep, en failliet. De beroepsrechter bevestigde in februari 2016 de veroordeling, en noemde deze mestfraude ‘de grootste verdwijntruuk ooit in Vlaanderen’. De fraude was enorm. De mestfraude startte waarschijnlijk in 2003. In 2006 liet Foets een 37.000 ton mestoverschotten verdwijnen, in 2007 50.000 ton, in 2008 een 40.000 ton en in 2009 een 43.000 ton. De mest werd vanuit het hele land aangevoerd naar de mestkelders van het echtpaar, waar de brij werd geloosd in de omgeving. Op papier kwam de mest netjes op weilanden en akkers terecht. Noch de gemeente Balen, noch de Vlaamse LandMaatschappij, die het toezicht op de mestwetgeving voeren, had iets in de gaten. Om de hoge boetes van het Hof van Beroep te ontlopen startte het echtpaar een procedure op voor het Hof van Cassatie. Dit Hof oordeelt enkel over procedurefouten, niet over de grond van de zaak. In januari 2017 oordeelde Cassatie dat er geen procedurefouten werden gemaakt. De uitgesproken straffen zijn dus effectief, en niet van de minste : - Een voorwaardelijke celstraf van een jaar. - Een boete van 150.000 euro voor Foets en 90.000 euro voor zijn echtgenote. - 1,14 miljoen euro illegale winst die aan de Vlaamse overheid moet terugbetaald worden - 2000 euro schadevergoeding aan een buur En dan volgt er nog een procedure voor de burgerlijke rechtbank, die on hold werd gezet zolang de zaak voor Cassatie nog liep. De mestbank van de Vlaamse LandMaatschappij vordert in deze procedure nog een 649.245 euro administratieve boetes.
Twee jagers veroordeeld voor uitzetten fazanten In 2008, 2011 en 2013 stelde het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) in Aalter telkens een proces-verbaal op voor het illegaal uitzetten van fazanten. Op 3 januari 2017 vonniste de rechtbank van eerste aanleg te Gent over de twee jagers die de illegale fazantenuitzettingen organiseerden. Ze kregen elk een boete van 6000 euro en moeten daarbovenop 1900 euro schadevergoeding betalen aan Vogelbescherming Vlaanderen, die de zaak via een advocaat opvolgde. De illegale fazantenloskooien in het jachtveld moeten worden afgebroken. Overschrijden de twee jagers de afbraaktermijn, dan komt er een dwangsom van 125 euro per dag bij. Eén van de twee jagers was al eens eerder voor jachtmisdrijven veroordeeld, de andere was een ‘beëdigd jachtwachter’.
Raad van State legt Schauvlieghe dwangsom op Minister van leefmilieu Joke Schauvlieghe verleende de zandgroeve van de nv De Kock in het Vlaams-Brabantse Neerijse de toelating om de zandgroeve verder uit te baten. Dat was absoluut onwettelijk, want de vergunning was geschorst. De lokale milieubeweging trok naar de Raad van State en haalde haar gelijk. Het rechtscollege beval dat de leefmilieuminister de uitbating binnen de 24u moest stilleggen. Indien niet, dan kost dit het departement leefmilieu van Schauvlieghe een dwangsom van 15.000 euro per dag. De Raad van State berispte de minister voor haar ‘onwil om het bedrijf effectieve maatregelen op te leggen’. De opgelegde dwangsom is ‘een aangewezen prikkel voor de minister om niet langer te blijven ingaan tegen de rechtszekerheid in de betrokken omgeving’. De dwangsom blijft van kracht tot Schauvlieghe een beslissing neemt over een nieuwe milieuvergunning.
Jeroen Brouwers moet nu zijn illegaal huis echt echt waar afbreken We schreven er al enkele malen over: het illegaal in natuurgebied gebouwde huis van de schrijver Jeroen Brouwers. Brouwers bouwde het huis niet zelf, in 1993 kocht hij het. Maar toen hij het kocht, ruste er al een afbraakvonnis op. Toen de verplichtte afbraak heel concreet werd weerde hij zich als een duivel in een wijwatervat. Alle mogelijke juridische procedures werden opgestart, tot en met het Hof van Cassatie en zo weer terug naar het Hof van Beroep. Brouwers verloor ze allemaal. Maar dat was nog niet het einde van de afbraaksoap. Het afbraakvonnis sloeg op het huis, maar niet op delen die later werden aangebouwd, zoals een terras, berging en veranda. Brouwers probeerde nog klaar te krijgen dat die delen niet moesten worden afgebroken. Tevergeefs. De uitbreidingen waren eveneens, wegens gelegen in natuurgebied en gezet zonder bouwvergunning, illegaal. Vervolgens werd een persbericht de wereld ingestuurd dat de schrijver het huis gratis schonk aan de gemeente Zutendaal. Maar daar kwam de schrijver later weer op terug. Einde 2016 werd een nieuwe (laatste?) poging ondernomen. De gemeente Zutendaal zou van de woning een Brouwers-museum maken. En dan zou de schrijver er in kunnen blijven wonen. Zowel de provincie Limburg als cultuurminister Sven Gatz konden daar niet in meegaan. Ook zij zijn gebonden aan de uitspraak van het Hof van Beroep van 16 september 2016. Daarin is bepaald dat het huis binnen het jaar afgebroken moet zijn. Als dat vonnis niet is uitgevoerd, volgt een dwangsom van 125 euro per dag vertraging. Jeroen Brouwers heeft inmiddels een huis gekocht in Lanaken. Zou het illegale huis dan toch echt worden afgebroken?