Wat is natuur waard? In onze maatschappij telt alleen dat waar je een bedrag kan opplakken. In het leven zijn het net de mooiste dingen die je niet in een geldwaarde kan uitdrukken.
Gouden blauwvintonijn Op de eerste vismarkt in Tokio van 2016 werd 108.000 euro geboden voor een blauwvintonijn van 200 kilo of 540 euro de kilo. De Pacifische blauwvintonijn is een ernstig bedreigde soort. De populatie is met 96 procent afgenomen. Er is nauwelijks beheer van de vispopulaties. Internationale bijeenkomsten om beschermingsmaatregelen af te spreken lopen op niets uit. Tachtig procent van de blauwvintonijn wordt in Japan geconsumeerd, maar ook elders neemt de vraag naar deze vette vis toe. Tonijn kweken om de wilde populaties vooruit te helpen is ook geen goede oplossing. Voor één kilo kweektonijn heb je 15 kilo andere vis nodig.
Legale handel in natuur
Een klassiek voorbeeld van legale handel in natuur waaraan je de waarde van natuur kan afmeten is de trofeejacht. Dat kan gaan van een simpele reebok in de Ardennen tot een ijsbeer in Canada. Zo betaalde de steenrijke Amerikaanse tandarts Walter Palmer 50.000 euro (exclusief de reis en verblijfskosten) om de bekende leeuw Cecil uit Hwangepark nabij de Victoriawatervallen neer te leggen. Waarop een storm van protest opstak en de tandarts moest onderduiken. Het hoeft niet altijd zo duur te zijn, want Cecil was een bijzonder leeuw die in een beschermd gebied zat. Hij werd met aas en wat smeergeld voor corrupte ambtenaren buiten zijn veilige haven gelokt. Maar wil je één van de big five, dan blijft het toch dokken. De jachtorganisatie Luxury Hunts vraagt 45.000 euro voor een leeuwenpakket, 18.000 euro voor een olifantenpakket, 15.000 voor een luipaardpakket en 11.000 euro voor een buffeljacht. In deze prijzen zit wel een begeleiding van de jacht in stijl. Voor minder kapitaalkrachtige jagers: het schieten van een giraf (ex reis en verblijfkosten) betaal je 4000 euro, voor een waterbok 2500 euro, een zebra 1600 euro, en een stekelvarken heeft de democratische prijs van 350 euro. Het is niet voor niets dat de privé-wildparken in Afrika een grote groei kennen. De eigenaars zijn geen natuurbeschermers, het zijn zakenlui die in omheinde gebieden dank zij bijvoederen een hoge wildstand houden, en weten wat dat opbrengt.
Dierenonderdelen op de zwarte markt Olifantenivoor is duur. Maar een neushoorn stropen levert nog veel meer op. Een kilo neushoornpoeder kost 40.000 euro. Dat is 9000 euro per kilo meer dan voor goud. De laatste 3 jaar werden 2500 neushoorns gestroopt, of 10% van de totale Afrikaanse neushoornpopulatie.
Een andere goede inkomstbron is de tijgerstroperij. Gemalen tijgerbotten voor de Chinese ‘alternatieve geneeskunde’ levert een dikke 900 euro de kilo op. Vermoedelijk gaat de prijs nog stijgen, want er lopen nog maar 3500 tijgers in het wild rond. Al wordt de vraag ook ingevuld door het slachten van gekweekte tijgers, net zoals voor berengal (prijzen vanaf 1200 euro/kg voor gal van gekweekte beren).
Er worden zelfs speciaal voor de slacht tijgers en beren gekweekt, vaak miserabel gehuisvest. Om de buitenwereld te misleiden, worden in Azië de beren- of tijgerfarms voorgesteld als natuurbeschermingsprojecten, blijkt uit een onderzoek van Adam Dutton van de universiteit van Oxford. Wie echt geld genoeg heeft, koopt gemalen botten van wilde tijgers of gal van wilde beren, want die zouden betere farmaceutische eigenschappen hebben.
Ook sommige minder bekende diersoorten brengen goed op. De pangolin, een schubachtige miereneter die veel weg heeft van een gordeldier, is zo één. Het is één van de meest illegaal verhandelde dieren van het moment. Jaarlijks worden er enkele tienduizenden illegaal gevangen. ‘Als het zo verder gaat, riskeren pangolins uit te sterven nog voor het grote publiek goed en wel van hun bestaan afweet’ zegt onderzoeksjournalist John D. Sutter. De CNN-reporter ging undercover in enkele Zuid-Oost Aziatische landen en ontmoette naast dierenstropers en dierenhandelaars ook lokale dierenbeschermers die de handel proberen tegen te gaan. Pangolins belanden als zeldzame lekkernij in Vietnamese restaurants, gegrild of in de soep. Of ze worden fijgemalen in Chinese medicijnen. Die zouden werkzaam zijn bij kanker, borstvoedingsproblemen en slechte bloedcirculatie. De schubben worden aan 450 euro de kilo verhandeld in traditionele medicijnshops in Zuid-Oost Azië.
Illegale handel in natuur
Zwarte trafiek in fauna en flora en het dumpen van afval leveren criminele netwerken jaarlijks 156 miljard euro op. Daarmee is deze handel even lucratief als de wapen- en drughandel. Of meer dan de 99 miljard euro die geïndustriealiseerde landen in 2013 uitgaven aan ontwikkelingshulp. Dat is de conclusie van een nieuw rapport van de VN en Interpol. De laatste twintig jaar is de ‘milieumisdaad’ vervijfvoudigd.
De wereldwijde stroperij en dierenhandel uit beschermde soorten heeft een geschatte omzet van 17 miljard euro per jaar. De illegale handel van hout en houtskool bedraagt jaarlijks 73 miljard euro. Deze van illegaal gedolven mineralen 35 miljard euro per jaar. De illegale visserij, vooral op beschermde soorten als tonijn, haaien en diepzeeheek, geeft een jaaropbrengst van 22 miljard. De zwarte handel in toxisch afval telt voor 8 miljard euro jaarlijks.
De illegale ivoorhandel uit Afrika alleen al heeft een jaarlijkse opbrengst van jaarlijks 137 miljoen euro. Terroristische organisaties profiteren vaak van de illegale handel. Zo spekt de terreurbeweging al Shabaab haar kas met illegale handel in houtskool. Dat brengt de organisatie 90 miljoen euro per jaar op.
Kenia verbrandt voor miljoenen aan ivoor
Einde april stak Uhuru Kenyatta, de president van Kenia, de eerste van tientallen stapels olifandenslagtanden in de fik. Honderd en vijf ton ivoor, of meer dan 16.000 slagtanden, met een waarde van tientallen miljoenen euro’s, verbrandde tot as.
Kenia is een voortrekker in de strijd tegen illegale ivoorhandel. De eerste ivoorverbranding vond plaats in 1989. De jaren daarop volgende andere landen het Keniaanse voorbeeld. Er is discussie of het verbranden van ivoor de juiste strategie is. Maar op dit vlak hebben de Kenianen alvast een punt: door het ivoor te verbranden is het voor de militaristische stropersgroepen zinloos geworden nog politiedepots, waar ivoor ligt opgeslagen, aan te vallen.
Elk jaar worden in Afrika een 30.000 olifanten gedood om hun ivoor. Met ene totale olifantenpopulatie nu van 500.000 dikhuiden, betekend dit dat de Afrikaanse olifant over enkele generaties dreigt uit te sterven. De handel in ivoor is op drie na de grootste illegale wereldmarkt, met een opbrengst van miljarden. De prijs op de zwarte markt voor olifantenivoor schommelt tussen de 620 en de 2000 euro de kilo. Een volledige olifantenslagtand kost meet. Hoe groter hoe duurder, grote slagtanden gaan van 18.000 euro tot 160.000 euro het stuk.
Een groot deel van de olifanten- en neushoornstroperij is in handen van terroristengroeperingen, zoals Al-Qaida en Lord Resistence Army. Die betalen hun wapenaankopen met de opbrengsten van stroperij. Deze groeperingen werken hele professioneel, er wordt zelfs vanuit helikopters met Kalashnikofs op kuddes olifanten geschoten. Onlangs werd in Tanzania een Britse helikopterpiloot die mee werkte met de anti-stropersbrigaden uit de lucht geschoten. De piloot kon zijn toestel nog veilig aan de grond zetten, maar overleed aan zijn verwondingen.