Zoet water, een kostbaar bezit
Als kind groeide ik op te Westerlo op 300m van de Grote Nete. De Nete kronkelde vrolijk door het broekland, helder water, rijk aan planten, vissen, libellen en vlinders. Dank zij de winterse overstromingen groeide er rijkelijk gras om te hooien. Bij het hooien had je bij elke drie stappen wel een bruine kikker die weg sprong.
Het ganse broekland was één natte spons. Brede goten verbonden met kleinere grachten vormden als aders een netwerk met de Nete als hoofdslagader. De regen deed de Nete zwellen, vulde de grachten en het ganse gebied werd doordrongen van water. Bij langdurige droogte zakte de Nete iets meer dan een halve meter. Het bleef een mooi natuurlijk uitzicht.
Na de tweede wereldoorlog steeg de industriële activiteit sterk. De Nete werd afvoerkanaal van industrieel en huishoudelijk afvalwater. Regelmatig dreven er duizenden vissen op het bruine water. In de jaren ’80 kwamen er strengere voor waarden voor bedrijven en men bouwde waterzuiveringsstations. Het water werd helderder en er verschenen terug planten en vissen. Maar er bestond ook een Sigmaplan! Van Oosterlo tot Lier kwamen er hoge dijken versterkt met vrachtwagens keien. In Berlaar zweef je 3 meter boven het omringende land als je over de dijk loopt. Elke beek mondde voortaan uit in de Nete via een metalen buis met een soort terugslagklep. Bij hoog water geraken de beken tijdelijk hun water niet kwijt totdat het Netepeil zakt. De rivier werd uitgediept en de dijken verhoogd met extra aangevoerde grond. De natuur deed zijn werk en de dijken groeiden uit tot kleurrijke linten met diverse bloemen. Maar ocharme de Nete! In een diep keurslijf gedwongen loopt er ergens daar beneden een straal bruin water. Het vierde jaar op rij geen ondergedoken of drijvende planten op het water. Bijna elke gegraven vijver in de buurt van de Nete valt ’s zomers droog. Toen ik in 1981 naar de Stippelberg verhuisde viel de Kleine Laak, een rivierbegeleidende beek langs de Nete, droog begin augustus, nu begin juni! De belangrijke kikkerbroedplaats die de Kleine Laak was, viel uit. De jonge kikkerlarven stierven vooraleer ze zelfredzaam uit de beek konden. Als lapmiddel werden er vier vijvers gerestaureerd en opgeschoond om als broedplaats te dienen. Al deze acties kennen een prijskaartje. Als ik vandaag een dag in het natuurgebied werk en ik tel meer dan 3 volwassen bruine kikkers dan vermeld ik het in mijn dagboek! Padden en bruine kikkers zijn hier met uitsterven bedreigd!
Die tweejarige droogte had ook invloed op de planten. Op het 2,5ha grote heischraal grasland verdroogt de bloeiwijze op de oudere struikheide. Het Duinriet, vroeger een paar groepjes op de rand, ziet zijn kans schoon en groeit jaarlijks met 1 à 1,5m aan. Na enkele jaren vormt het een ondoordringbare mat waar geen enkele andere plant nog kans maakt. Hetzelfde gebeurt in de onbemeste hooiweiden. Remedie: maaien, maaien, maaien, maar enkel het Duinriet m.a.w. met de bosmaaier en geen enkele halm laten zaad zetten.
Nu er blijkbaar vaart komt in de uitvoering van een overstromingsgebied tussen de Zoerlebrug en de Westmeerbeekse brug, tussen de Stippelberg en de Grote Nete, is het naar mijn gevoel hoog tijd om terug aan vernatting te denken. In plaats van iets te creëren zodat er elke 25 jaar veilig een overstroming kan/mag gebeuren, kunnen we misschien voor hetzelfde geld, in één beweging, iets maken dat water terug brengt op regelmatige basis. Als het water van de Nete terug in orde is, mag de Nete voor mijn part elke winter bij hoog water het natuurgebied Schaapwees binnen dringen. Maar de Nete is een meter te diep om dit te verwezenlijken. Moeten wij elke kostbare druppel zoet water niet op het land houden i.p.v. die zo snel mogelijk naar de zoute zee te laten weg vloeien? Vlaanderen kampt met een chronisch watertekort. Wij kunnen hier twee vliegen in één klap slaan en misschien zonder één euro meer uit te geven. Een gebied om overstromingsgevaar te keren en tegelijkertijd een hoognodige kans op vernatting volop benutten.
Aan de andere kant van de Nete zijn ze dezelfde mening toegedaan. De vijver bij het kasteel Ter Borght ondergaat hetzelfde lot: droog en begroeid met liesgras. Weg de mooie kweekplaats voor kikkers.
Nog enkele jaren en de Kempen is de noordelijke Sahel!
Tuur Vleugels
Het ganse broekland was één natte spons. Brede goten verbonden met kleinere grachten vormden als aders een netwerk met de Nete als hoofdslagader. De regen deed de Nete zwellen, vulde de grachten en het ganse gebied werd doordrongen van water. Bij langdurige droogte zakte de Nete iets meer dan een halve meter. Het bleef een mooi natuurlijk uitzicht.
Na de tweede wereldoorlog steeg de industriële activiteit sterk. De Nete werd afvoerkanaal van industrieel en huishoudelijk afvalwater. Regelmatig dreven er duizenden vissen op het bruine water. In de jaren ’80 kwamen er strengere voor waarden voor bedrijven en men bouwde waterzuiveringsstations. Het water werd helderder en er verschenen terug planten en vissen. Maar er bestond ook een Sigmaplan! Van Oosterlo tot Lier kwamen er hoge dijken versterkt met vrachtwagens keien. In Berlaar zweef je 3 meter boven het omringende land als je over de dijk loopt. Elke beek mondde voortaan uit in de Nete via een metalen buis met een soort terugslagklep. Bij hoog water geraken de beken tijdelijk hun water niet kwijt totdat het Netepeil zakt. De rivier werd uitgediept en de dijken verhoogd met extra aangevoerde grond. De natuur deed zijn werk en de dijken groeiden uit tot kleurrijke linten met diverse bloemen. Maar ocharme de Nete! In een diep keurslijf gedwongen loopt er ergens daar beneden een straal bruin water. Het vierde jaar op rij geen ondergedoken of drijvende planten op het water. Bijna elke gegraven vijver in de buurt van de Nete valt ’s zomers droog. Toen ik in 1981 naar de Stippelberg verhuisde viel de Kleine Laak, een rivierbegeleidende beek langs de Nete, droog begin augustus, nu begin juni! De belangrijke kikkerbroedplaats die de Kleine Laak was, viel uit. De jonge kikkerlarven stierven vooraleer ze zelfredzaam uit de beek konden. Als lapmiddel werden er vier vijvers gerestaureerd en opgeschoond om als broedplaats te dienen. Al deze acties kennen een prijskaartje. Als ik vandaag een dag in het natuurgebied werk en ik tel meer dan 3 volwassen bruine kikkers dan vermeld ik het in mijn dagboek! Padden en bruine kikkers zijn hier met uitsterven bedreigd!
Die tweejarige droogte had ook invloed op de planten. Op het 2,5ha grote heischraal grasland verdroogt de bloeiwijze op de oudere struikheide. Het Duinriet, vroeger een paar groepjes op de rand, ziet zijn kans schoon en groeit jaarlijks met 1 à 1,5m aan. Na enkele jaren vormt het een ondoordringbare mat waar geen enkele andere plant nog kans maakt. Hetzelfde gebeurt in de onbemeste hooiweiden. Remedie: maaien, maaien, maaien, maar enkel het Duinriet m.a.w. met de bosmaaier en geen enkele halm laten zaad zetten.
Nu er blijkbaar vaart komt in de uitvoering van een overstromingsgebied tussen de Zoerlebrug en de Westmeerbeekse brug, tussen de Stippelberg en de Grote Nete, is het naar mijn gevoel hoog tijd om terug aan vernatting te denken. In plaats van iets te creëren zodat er elke 25 jaar veilig een overstroming kan/mag gebeuren, kunnen we misschien voor hetzelfde geld, in één beweging, iets maken dat water terug brengt op regelmatige basis. Als het water van de Nete terug in orde is, mag de Nete voor mijn part elke winter bij hoog water het natuurgebied Schaapwees binnen dringen. Maar de Nete is een meter te diep om dit te verwezenlijken. Moeten wij elke kostbare druppel zoet water niet op het land houden i.p.v. die zo snel mogelijk naar de zoute zee te laten weg vloeien? Vlaanderen kampt met een chronisch watertekort. Wij kunnen hier twee vliegen in één klap slaan en misschien zonder één euro meer uit te geven. Een gebied om overstromingsgevaar te keren en tegelijkertijd een hoognodige kans op vernatting volop benutten.
Aan de andere kant van de Nete zijn ze dezelfde mening toegedaan. De vijver bij het kasteel Ter Borght ondergaat hetzelfde lot: droog en begroeid met liesgras. Weg de mooie kweekplaats voor kikkers.
Nog enkele jaren en de Kempen is de noordelijke Sahel!
Tuur Vleugels